In de lente is warm weer niet het enige wat naar Nederland terugkeert, ook veel trekvogels vliegen weer ons land in. De gierzwaluw (Apus apus) is een van onze zomergasten, en wordt al sinds eind april weer in grote aantallen waargenomen.   

Hoe herken je een gierzwaluw?
Gierzwaluwen zijn vooral goed te herkennen aan hun silhouet en geluid. Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben een donkere lichaamskleur met een onopvallende lichtere vlek op hun keel. Het lichaam van een volgroeide gierzwaluw is slechts tot ongeveer 18 centimeters lang. Hun zeer kenmerkende sikkelvormige vleugels hebben een spanwijdte van ongeveer 40 centimeters, en hun poten en snavel zijn opvallend kort. Je hoeft ze niet eens te kunnen zien om ze te herkennen: hun typische scherpe krijsen verraadt ze direct.

Voortdurend in vlucht
Gierzwaluwen zijn extreem gespecialiseerd in hun vliegende levenswijze. De meeste gierzwaluwen landen eigenlijk alleen om te broeden, buiten deze periode kunnen ze maandenlang ononderbroken in vlucht blijven, zelfs niet om te eten of te slapen. Hierdoor hebben ze hun poten amper nodig, en zijn deze langzaam geëvolueerd tot hun huidige verassend korte staat. Dit heeft als gevolg dat ze zich moeilijk kunnen bewegen op een vlakke ondergrond. Als je een rustende gierzwaluw aantreft, wat zelden gebeurt, zal deze waarschijnlijk hangen aan een wand om weer makkelijk weg te kunnen vliegen.

Een lange migratie
Gierzwaluwen verblijven van eind april tot eind juli in ons land, dan verlaten ze Europa om naar Afrika te trekken, waar ze overwinteren. Binnen één dag kan men dan wel duizenden voorbij zien vliegen! Dit komt doordat veel gierzwaluwen in Scandinavië de zomer doorbrengen en via Nederland terugtrekken. De Nederlandse populatie voegt zich dan bij hun tocht, en zo ontstaan ieder jaar indrukwekkende groepsgroottes. 

Voortplanting
Gierzwaluwen planten zich maar één keer per jaar voort, tijdens hun verblijf in Europa. Ze nestelen vooral in gebouwen waar ze geschikte holtes kunnen vinden, bijvoorbeeld onder dakpannen of in gaten achter regenpijpen. Omdat ze moeilijk van de grond kunnen opstijgen hebben ze een sterke voorkeur voor hoge nestplaatsen met een ruime aan- en uitvliegroute, zo kunnen ze makkelijk in vlucht komen door zich eruit te laten vallen. Ze gebruiken het liefst elk jaar hetzelfde nest. Ook zijn het koloniebroeders: er zijn vaak meerdere nestplaatsen bij elkaar in de buurt. Ze bedekken de binnenkant van hun nest met door speeksel samengeplakte stukjes planten en veren.

Het vrouwtje legt in mei of juni twee of drie eieren. Gedurende ongeveer twintig dagen wisselen mannetje en vrouwtje af om te broeden, en nadat de jonge gierzwaluwen uit het ei zijn gekomen zorgen hun ouders nog ongeveer 40 dagen voor ze. Bij slecht weer tijdens deze periode kunnen de ouders tot Frankrijk vliegen om voedsel te halen voor hun jongen. Deze gaan dan in een soort winterslaap waardoor ze een tijdje zonder eten kunnen. In juli beginnen de jongen uit te vliegen, en wordt het al snel tijd om op te trekken.

Een insecteneter
Ondanks hun naam eten gierzwaluwen geen aas (dode dieren). Hun dieet bestaat vooral uit vliegende insecten, zoals muggen, vliegen, en vlinders. Die vinden ze van dicht bij de grond tot ver boven ons hoofd, er zijn namelijk enorm veel insecten en spinnen in de atmosfeer! Daarom jagen gierzwaluwen vaak in relatief hoge luchtlagen. Als ze voor hun jongen jagen maken de ouders balletjes van honderden insecten om naar hun nest terug te brengen. Ze kunnen tot wel twintig van dit soort balletjes per dag verzamelen.

Bescherming
Voor deze soort zijn vooral geschikte nestplekken van belang: tegenwoordig worden nieuwe gebouwen beter geïsoleerd en worden veel oude gebouwen gerenoveerd, hierdoor komen gierzwaluwen helaas moeilijker aan de holtes en spleten die ze nodig hebben om te nestelen. Om het effect hiervan tegen te gaan zijn gierzwaluw nesten in Nederland jaarrond beschermd zodat ze jaar na jaar dezelfde plekken kunnen gebruiken. Ook worden er neststenen en nestkasten ingezet als vervanging voor gesloopte nestplekken.

Tekst: Salomé Rinzema
Foto's: Olivier Horiot

Bronnen

  • Archief Viridis
  • datazone.birdlife.org/species/factsheet/22686800
  • Sovon.nl
  • Vogelbescherming.nl
  • Ivn.nl